Cyrillus en Methodius

14 februari, da’s echt een feestdag. Nee, niet die van Valentijn, wel de dag van Cyrillus en Methodius, de grondleggers van het oudkerkslavisch, van waaruit later het Russisch is ontstaan. 

Het Russische alfabet heb ik altijd geweldig gevonden – ik puzzel nog altijd graag… Maar de rest? Urenlang heb ik op de Russische woordenschat gezwoegd, zonder al te heel aanknopingspunten écht geen makkie. Om nog maar te zwijgen van de grammatica met die naamvallen en, als kroon op het werk, de werkwoorden van beweging! Alleen wie zich er ooit aan gewaagd heeft, begrijpt wat ik bedoel…

En toch, toch waren die jaren van de Russische les en onderdompeling in die Slavische wereld een enorme verrijking. Klasgenoten met wie ik anders nooit een band zou gehad hebben en waarvan sommigen vrienden voor leven zijn geworden, een totaal andere cultuur die ik heb mogen leren kennen en fantastische reizen naar en in dat verre Rusland! Nooit zal ik de parade en herdenkingsmo(nu)menten in Moskou vergeten, de witte nachten in Sint-Petersburg, de vodkaloze ritten op de Transsiberische spoorlijn, de zonsondergang aan het Baikalmeer of het bezoek aan het goelagkamp Perm-36.

Кириль и Методии: спасибо!

Sint-Petersburg

Nog een nachtje slapen… Vandaag alle kleding gewikt en gewogen en uiteindelijk beslist wat wel en wat niet in mijn reistas mocht. Tot op het laatste moment blijf je nagaan of je echt aan alles gedacht hebt, of je niets vergeten bent. Maar morgen rond half 10 is het afgelopen met dat alles. Dan stap ik op de bus en start mijn reis. Eerst met de bus naar Antwerpen, dan met z’n zessen de trein op richting Brussel/Zaventem. Rond half 3 moet het vliegtuig vertrekken naar Frankfurt, waarna we na een tussenstop van 2 uur kort voor 6 uur naar Sint-Petersburg vertrekken. Door het tijdsverschil van 2 uur zal het al half 11 zijn wanneer we landen…

Terugblik

De reis naar Sint-Petersburg zit erop. Het was een drukke en vermoeiende, maar ook heel leuke week. Ik heb tijdens ons verblijf daar geen berichtjes kunnen posten, daarom probeer ik nu de indrukken van deze grootse stad een beetje te bundelen.
Wie zin heeft om deze stad zelf te ontdekken, kan ik maar één raad geven: zeker doen!

Laat ik beginnen met het zonlicht. Sint-Petersburg in juni, dat staat synoniem met de ‘witte nachten’. De nachten worden zo kort dat het amper donker wordt. Tijdens ons verblijf was het op z’n donkerst tussen 1 en 4 uur ’s nachts. De uren ervoor en erna schemerde het eerder, tot 11 uur ’s avonds en na 5 uur ’s ochtends was het ronduit licht te noemen. Niet zo leuk voor wie niet kan slapen met licht, maar zeker zo leuk voor wie ’s avonds langs de oever van de Neva wil vertoeven. Mijn bioritme was door de lange dagen wel danig in de war…

Verder was het weer in Sint-Petersburg wisselvallig te noemen. We hadden één dag zon in overvloed (minstens 30 graden, met een warmte-onweer tot gevolg) en één verzopen dag door de regen. De overige dagen was het dan weer aangenaam van temperatuur, dan weer fris. Enige constante: je moest je elke dag op elk weertype voorzien. Van het ene op het andere moment kon een zomerzon achter een dicht wolkendek verstopt raken en andersom. Korte, maar hevige buien. Hoe wisselvallig het weer ook was, het had amper invloed op onze stemming. Enkel die dag vol regen was een domper op onze vrolijke reisstemming. Maar na een warm voetbadje en een hete kop thee was ook die regen weer snel vergeten.

Sint-Petersburg ademt op alle mogelijke manieren geschiedenis uit. De stichting van de stad door Peter de Grote, de verdere Romanov-dynastie, de revolutie, de wereldoorlogen waarbij het toenmalige Leningrad 900 dagen belegerd werd… Alles vind je terug in de straten met hun standbeelden, in de verhalen van de gebouwen van de stad, in de musea. Je krijgt steeds zin om je geschiedenisboeken boven te halen en je te verdiepen in de verhalen van de stad.

De meest indrukwekkende en pakkende verwijzing naar de geschiedenis is toch wel het overwinningsmonument van de tweede wereldoorlog. Leningrad, zoals Sint-Petersburg toen heette, werd 900 dagen belegerd door de Duitsers. De inwoners leden honger en moesten vechten om te overleven. Toch zijn ze door vereende krachten erin geslaagd het beleg te doorbreken en de Duitsers te verslaan. Om de omvang van het offer voor die overwinning te tonen, is er een reuzegroot monument geplaatst op de invalsweg van het zuiden (de kant van de ‘vijand’) naar het stadscentrum. 

Geschreven 2009/06/21

Gelezen: The Brief Wondrous Life of Oscar Wao – Junot Díaz

Oftewel Het korte maar wonderbare leven van Oscar Wao in het Nederlands. Oscar is een dikzak en nerd die in Amerika woont, maar afkomstig is van de Dominicaanse Republiek. En die Dominicaanse Republiek heeft een prominente plaats in het verhaal. Niet alleen Oscar volgen we, ook zijn zus Lola, hun moeder Beli en hun grootvader Abelard. Centraal in het verhaal staat fukú, een soort familievloek die in de Zuid-Amerikaanse magie past, alsook de zoektocht naar liefde. Met dit boek heeft Junot Díaz een pareltje afgeleverd, zeker voor wie vertrouwd is met de Spaanse taal.

Dit boek is geschreven in ‘Spanglish’, een combinatie van Engels en Spaans. Ook in de Nederlandse vertaling is het Spaans gebleven. Voor wie Spaans kent, geeft dit een aangenaam effect, maar wie geen Spaans kent, zal dit misschien vervelend vinden. Hoe dan ook, ik heb van dit taaltje genoten, het komt heel natuurlijk over, je hoort de Spaanstalige immigranten als het ware spreken.

Hoewel Oscar Wao (een slecht uitgesproken ‘Oscar Wilde’) voorkomt in de titel, zijn de vrouwelijke gezinsleden de echte hoofdpersonages. In elk hoofdstuk staat een ander personage centraal. Of het nu de zus Lola, moeder Beli of grootvader Abelard is, elk van de personages wordt zo mooi uitgewerkt dat je meteen in het hoofd van die persoon zit. Vooral het verhaal van Beli raakt je omdat het niet alleen de kracht van de liefde van Beli beschrijft, maar ook de gruwel van het Trujillo-regime en de folteringen waartoe mensen in staat zijn.

De dictatuur van Trujillo in de Dominicaanse Republiek blijkt een rode draad in het boek van Junot Díaz. De verhalen die zich afspelen tijdens de dictatuur ademen een collectieve angst uit zoals die toen onder de bevolking heerste. Je kon niemand vertrouwen; elk woord, elke handeling kon ervoor zorgen dat je opgepakt, gefolterd en opgesloten werd. Maar ook tijdens het leven van Oscar en Lola, die pas nadien naar Santo Domingo gingen, voel je dat de dictatuur blijft sluimeren in het leven van de inwoners.

Hoe zwaar en moeilijk het leven van de beschreven personages vaak is, toch gebruikt Díaz enorm veel humor. Dat houdt het verhaal luchtig en aangenaam om lezen. Ook zit het boek vol met liefde: liefde voor man of vrouw, liefde voor kinderen en kleinkinderen, liefde voor ouders.

Junot Díaz kreeg de Pulitzerprijs voor The Brief Wondrous Life of Oscar Wao. Terecht. Dit is het beste boek dat ik de afgelopen maanden gelezen heb. Alleen jammer dat het geen paar honderd pagina’s extra telt…

Geschreven 2009/06/21